Tot grote verbazing van de omwonenden staat het bestemmingsplan Sprenghenparc Vaassen geagendeerd voor de Eper gemeenteraadsvergadering van 15 december. In de Raadscommissievergadering Omgeving en Financiën gaven een zestal insprekers steekhoudende argumenten tegen dit bestemmingsplan en die lijken nu te worden genegeerd.
Zo beweert de gemeente Epe dat er geen beperkingen zijn vanuit provinciale regels, terwijl de insprekers wezen op een aantal artikelen uit de Gelderse Omgevingsverordening die zeer duidelijk zijn en alleen bij grote uitzondering een ontheffing daarvoor kan worden verleend. Er zou dan geen andere reële mogelijkheid moeten zijn om te bouwen, terwijl die voldoende voorhanden zijn. De insprekers gaven er enkele voorbeelden van.
Een van de insprekers gaf duidelijk aan dat de gemeente Epe een aantal jaren geleden verklaarde dat er geen woningbouw zou komen op de geplande locatie. Ze heeft later het betreffende krantenartikel uit 2007 aangeleverd, waarin de gemeente verklaarde dat "het weiland op die plek tot in lengte van jaren groen moet blijven".
Het veel geciteerde 'Wonen in het groen' riekt naar willekeur en de insprekers konden door te wijzen op een onlangs afgewezen aanvraag om woningsbouw in het buitengebied toe te staan aantonen dat soortgelijke omstandigheden ook golden toen de eerste plannen aan de gemeente Epe werden voorgelegd. Bovendien vrezen de insprekers dat de plannen uit dit bestemmingsplan precedentwerking gaat krijgen. Als dit wordt toegestaan, waarom kan de gemeente straks andere projecten in het buitengebied dan nog afwijzen.
Ook geeft de gemeente Epe in de beantwoording van zienswijzen aan dat er geen asbest is gevonden, terwijl uit een bijgevoegd rapport overduidelijk het tegendeel blijkt. De waarden zijn bovendien dermate hoog dat vervolgonderzoek noodzakelijk is, terwijl dit vervolgonderzoek niet is uitgevoerd. Het ecologisch rapport constateert dat er dassen op het plangebied zijn aangetroffen en verwijst naar een ver weg gelegen dassenburcht, terwijl veel dichter in de buurt minimaal een dassenburcht aanwezig is.
Het meest onthutsende was voor de insprekers dat op een laat moment een memo van wethouder Kerkmans werd gepresenteerd, waarin hij op aangeven van de initiatiefnemers aangeeft dat stikstof geen probleem is voor de aanlegfase van het project. Eerdere rapporten daarover lieten een maximale positieve uitstoot zien, die volgens de initiatiefnemers nog net acceptabel was. Nu zou de uitstoot ineens negatief zijn. De nieuwe berekening van de initiatiefnemer werd niet meegeleverd . Wel schrijft de wethouder dat hij de nieuwe berekening heeft voorgelegd aan de Omgevingsdienst Veluwe en IJssel en dat de conclusie van hen voor de raadscommissie beschikbaar zou komen. Dit stuk is een week na de raadscommissievergadering nog steeds niet openbaar gemaakt. Overigens riekt dit ook naar het toerekenen naar een doel, doordat de uitstoot van de aanlegfase evenredig over twee jaar wordt verdeeld. Naar de eerste indruk van de actiegroep lijkt dit ongeloofwaardig en wellicht zelfs niet integer omgaan met de geldende regelgeving. Een wethouder zou hier juist voor moeten waken.
Wellicht komt het college van Burgemeester en Wethouders of de gemeenteraad van Epe de komende dagen alsnog tot nieuwe inzichten en wordt het agendapunt alsnog van de agenda gehaald en een andere locatie gezocht. De insprekers hebben niets tegen bouwen, maar gaven wel aan dat ook de gemeente zich aan eigen regels en die van anderen hoort te houden.