Tijdens de oorlog ontstonden er steeds meer tekorten. Deze tekorten werden veroorzaakt door onder meer de verminderde productie, maar ook door het weghalen van allerlei goederen door de bezetters om de tekorten in Duitsland aan te vullen. Daardoor was veel alleen nog op de bon te kopen. Overigens garandeerde het hebben van bonnen niet dat je ook daadwerkelijk kreeg waar je bonnen voor had. De waren moesten er wel zijn.
Overigens was voedseldistributie via het bonnensysteem niet nieuw voor Nederland. Ook in de Eerste Wereldoorlog waren er (ondanks dat Nederland niet aan de oorlog meedeed) tekorten. Ook toen werd een bonnensysteem gebruikt om de voedseldistributie te reguleren.
Aan het einde van de oorlog en ook nog ver daarna bleef er voorlopig nog een enorm tekort aan allerlei zaken. Voedsel was op de bon en dat betekende dat ieder maar een beperkte hoeveelheid van de levensmiddelen kon aanschaffen. Op deze manier werd het beschikbare zo goed mogelijk verdeeld. De beschikbaarheid van voedsel verbeterde wel aanzienlijk.
Voor wie gebruik wilden maken van de centrale keuken, werd ook aangegeven welke bonnen daarvoor moesten worden ingeleverd.
DISTRIBUTIEDIENST EPE Kringno. 463
Geldige bonnen van de 4e NOODKAART voor de periode van 13 Mei t/m 26 Mei 1945
425 = 1200 gr. brood;
A 467 = 800 gr. brood;
A 468 = 800 gr. brood;
429* = 600 gr. biscuits (inleveren bij den bakker);
B 467 = 600 gr. brood of 500 gr. kindermeel (voor kinderen geboren na 13 Mei 1944);
427* = 125 gr. peulvruchten;
B468* = 250 gr. suiker;
A470* = 125 gr. suiker;
B473* = 2 tabletten chocolade;
A474* 1 tablet chocolade;
C, D, E 06* v/h inlegvel = 1 rants. huishuidzeep is 235 gram;
A471* = 125 gr. boter;
A472* *= 125 gr. margarine;
B470* = 125 gr. boter;
B471* = 125 gr. margarine;
428* =* 100 gr. vet of reuzel (bij den slager inleveren;
430, 431 = elk 1¼ rants. vleesch of vleeschwaren of vischconserven;
B472 = 11 liter gest. melk;
C07 v/h inlegvel = 7 liter gest. melk;
A en B 03 v/h inlegvel = 7 liter taptemelk of karnemelk;
A476* = 50 gr. koffie;
A477* en B475* = elk 50 gr. zout;
C08 v/h inlegvel = 4 liter taptemelk.
De met * gemerkte nummers zijn voorinleveringsbonnen. Deze kunnen tot en met Maandag 14 Mei bij den winkelier worden ingeleverd. De winkeliers moeten deze bonnen op het distributiekantoor inleveren op Dinsdag 15 Mei, waarna bevoorrading geschiedt via den B.P.H. BISCUITSBONNEN VAN ZELFVERZORGERS VOOR BROOD moeten worden ingeleverd. Biscuits heeft de dubbele voedingswaarde van brood.
AARDAPPELBONNEN
aangewezen voor de periode 29 April— 12 Mei 1945 dienen als vervallen te worden beschouwd. Personen, aan wie nog geen inlegvel is uitgereikt en die woonachtig zijn in de gemeente Epe, kunnen deze alsnog afhalen op Vrijdag 11 Mei en Zaterdag 12 en Maandag 14 Mei a.s. op het distributiekantoor te Epe, ingang achterom. Dit geldt ook voor de bewoners van Emst en Vaassen. Ter verkrijging van kindermeel voor kinderen geboren na 13 Mei 1944 dient een verklaring van het distributiekantoor, welke tezamen met de aangewezen bon bij de winkeliers moet worden ingeleverd. Winkeliers dienen deze verklaring tezamen met de bonnen in te leveren.
CENTRALE KEUKEN
Zij, die hun maaltijden van de Centrale Keuken betrekken, dienen bonnen in te leveren voor 125 gr. margarine en 125 gr. vleesch voor een periode van 14 dagen.
De Leider v/d Distributiedienst Epe,
H. J. MEULEMAN.
De Vertrouwensman v/d Prov. Voedselcommissaris,
R. RIPHAGEN.
De Adjunct-Inspect. v/h C.D.K.,
J. JANSEN.