Er is een moord gepleegd bij ons in de straat. Ik zag de resultaten gisteren morgen toen ik thuis kwam van mijn krantenwijk. Half op de weg en de uitrit van een paar huizen vedder op lag het bewijs. Was het Katrina of Karel de Grootte van de Buren. Er loopt ook een groot zwart wit monster rond. Ik weet niet waar die woont, vast niet uit de buurt, daar is de buurt te netjes voor. Karel de Groote is best brutaal, komt door het kattenluikje om brokjes te halen, ja hij voelt zich hier wel thuis. Katarina pakt het ook niet slim aan. Pas als Karel weg loop gaat ze achter hem aan al sissend en uithalend.
Karel wordt al een beetje oud en loopt soms een beetje in het rondte te miauwen om niets, soms doet hij dat zelfs een paar huizen verderop. Dat zwart witte monster komt niet in de buurt (Katarina is gesteriliseerd dus niet interessant) Als ik um gedag zeg, gaat tie met zijn rug naar me toe zitten met zijn neus in de lucht, zijn katten goed in. Ze weten goed wat ze willen en laten je het ook weten. “Ik kom maar zo niet bij je opschoot liggen, ik wil een snack en dat laat ik je merken door mijn nageltjes in je knie te zetten. En als de telefoon gaat dan ga ik opzoek naar plekken waar ik niet mag komen.
Bezoek is ook altijd leuk vooral als ze me niet moeten dan ga ik juist daar extra lief tegen doen, kopjes geven en misschien waag ik het dan ook nog eens om bij ze op schoot te gaan liggen, vinden ze leuk!!!" “eigenlijk ben ik poeslief, mijn favoriete plekje is op het bed, drink ik liever uit de kraan, en vind ik dat, als ik naar buiten wil, mijn baasje de deur voor me open moet doen want dat kleine deurtje vind ik maar niets”.